In 2022 zijn in Sint-Michielsgestel ongeveer 140 sociale huurwoningen vrijgekomen, waarvan ongeveer 11 procent naar statushouders is gegaan. Dit blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en onderzoeksbureau ABF. Het aantal woningen dat statushouders toegewezen kregen, vormt een belangrijk onderdeel van de huisvestingskwestie in de gemeente.
De huisvesting van statushouders is een politiek gevoelig onderwerp dat de aandacht trekt van verschillende partijen. Het kabinet geeft tegenstrijdige signalen af over de kwestie. Aan de ene kant steunt Asielminister Faber gemeenten financieel voor het huisvesten van statushouders totdat er meer passende locaties beschikbaar zijn. Aan de andere kant heeft de minister van Volkshuisvesting, Keijzer, een wetsvoorstel ingediend om gemeenten te verbieden om voorrang te verlenen aan statushouders bij de verdeling van sociale huurwoningen.
In de praktijk hebben veel gemeenten echter informele afspraken met woningcorporaties om een percentage van de beschikbare sociale huurwoningen aan statushouders toe te wijzen. Deze aanpak leidt tot zorgen over mogelijke chaos als de nieuwe wetgeving wordt doorgevoerd. Tegelijkertijd verblijven er nog steeds aanzienlijke aantallen statushouders in asielzoekerscentra, waardoor het huisvestingsproces vertraagd raakt en uitdagender wordt voor de gemeenten.
Ondanks de inspanningen van Sint-Michielsgestel om statushouders te huisvesten, blijft het aantal gehuisveste statushouders achter bij de ministeriële doelstellingen. In de eerste helft van dit jaar moet de gemeente nog 46 statushouders van huisvesting voorzien, waarvan er momenteel vijf zijn ondergebracht volgens gegevens van het opvangorganisatie COA. De specifieke woonsituatie van deze statushouders, zoals het delen van woningen of tijdelijk verblijf in hotels, draagt bij aan de complexiteit van het huisvestingsproces.